Verhaftet

Toen wij "drie kanuiten" een keer aan het venten waren, kwamen we een paar duitse Zigeuners tegen. Ze hadden een hele aparte eiken kast te koop. We reden achter de Zigeuners aan, en kwamen op een klein kampje terecht, en kochten een prachtige antiek kast. De kast was helemaal uitgesneden met dieren en boven op de kast zat een prachtige lijst met een houten adelaar. We kochten de kast voor 500 Duitse mark. Blij en trots lieten we de kast aan een antiekhandelaar "Willy" zien, die diep onder de indruk was van de kast. Om het verhaal nog mooier te maken logen we tegen Willy dat we de kast van een baron in een kasteel hadden gekocht. Nu was ons hotel direct tegenover het politiebureau in Morbach. Willy waarschuwde ons dat hij Zigeuners had zien rondrijden en adviseerde ons de aanhanger met de dure kast op het parkeerterrein van het politiebureau te zetten, dan zal die wel niet gejat worden, zei die.
Zo gezegd, zo gedaan. We hebben s'avonds in het hotel een mooi feest gemaakt, ter ere van de mooie kast die we aangeschaft hadden. Omdat we wat gedronken hadden, hebben we uit baldadigheid de deuren uit onze hotelkamers gehaad en hadden we op de bedden gedanst, zodat deze gebroken waren. 
We werden s'morgens wakker met de handboeien om.
Bert had alleen geen handboeien om, want zijn polsen waren te dik. Ik dacht in eerst instantie dat het om de gebroken bedden ging. Maar toen wij opgesloten werden vertelde oberkommisar Thorn ons het verhaal.
De politie had er niet doorgekund, we hadden de aanhanger in het donker precies voor het toegangshek van de politie neergezet. Toen de dienders de aanhanger wegduwden hadden ze het museumstuk op onze aanhanger gezien die uit een nabijgelegen museum was gestolen, waarbij de suppoost was vastgebonden en mishandeld! Het was op televisie geweest, en de kranten hadden er vol van gestaan. Nu zaten we in de cel en Willy die er helemaal niets mee te maken had, werden de sigaretten van afgepakt. Rauschgift verboten!! zei de Cipier op barse toon.
Willy werd helemaal naar van de toestand. De enorme gestalte van Bert maakte echter indruk op de Kommisar.
Bert vertelde op keurige manier dat wij ten goeder trouw waren. We hadden één geluk. Er was een achterpoot van de kast achtergebleven op het zigeunerkampje. Bert ging samen met oberkommisar Thorn naar het kampje, en zei tegen de Zigeuners dat we de poot vergeten waren. Em dan nog wat zei slimme Bert: Die kast is toch niet gestolen he? Nein Nein had de Zigeuner gezegd. Thorn via de mobilofoon direct met een overmacht aan politiemensen het kampje omsingeld, en er werden nog meer gestolen dingen gevonden. De Zigeuners werden gearresteerd, En wij reden in Kolonne naar het hoofdbureau in Wittlich. Onderweg kwam er een motoragent met sirene ons inhalen, Wat nou weer? dachten we. De oberkomissar was zijn pet vergeten. Die werd nog even netjes nagebracht.
Op het hoofdbureau werden we verhoord. Ik had meteen gezien dat de Commisaris een ijdel mannetje was. Ik heb hem toen gezegd-in perfect Duits dat ik eigenlijk geen antiekhandelaar was, maar een journalist die bezig was met een achtergrondreportage. Ik vroeg hem een visitekaartje en een foto. Gelukkig trok hij het niet na, en de man was zo vereerd met de belangstelling dat ik onmiddellijk koffie en broodjes kreeg. 
Na mijn felicitatie met het succes van het oplossen van deze zaak mochten we direct gaan, en kregen we allemaal een hand. We zouden bij de Rechtszaak ook allemaal 'Zeugengeld' krijgen. Ik bedankt hen, maar zei dat we helaas niet konden gaan. De heren moeten eerst hun 500 Duitse mark retour krijgen van de Zigeuners zei ik. Ook dit werd direct geregeld. Later bleek de prachtige lijst met de adelaar nog in de kofferbak te liggen. Deze hebben we maar gehouden als aandenken aan dit hachelijke avontuur.